Met dit besluit wordt een eerder besluit van 22 december 2021 ingetrokken, dat een verzoek om uitstel van de verleningsbeslissing toestond vanaf het moment dat Duitsland zijn akte van bekrachtiging van de EOG-overeenkomst deponeert. Met andere woorden, het EOB heeft nu een vaste datum gegeven in plaats van een relatieve, omdat het niet 100% zeker is wanneer Duitsland zijn akte zal deponeren. Het is meer dan welkom dat het EOB heeft besloten deze specifieke datum vast te stellen.
Het verzoek om uitstel zal alleen beschikbaar zijn voor Europese octrooiaanvragen waarvoor een emmunicatie conform regel 71(3) EOV (een "voornemen tot verlening") is uitgestuurd en waarvoor de aanvrager de tekst nog niet heeft goedgekeurd. Het verzoek kan te allen tijde worden ingetrokken.
Na het verzoek om uitstel moet binnen de gebruikelijke termijn van vier maanden alsnog een antwoord op de 71(3) communicatie worden ingediend. Om eenheidsbescherming te verkrijgen, moet een afzonderlijk verzoek om eenheidswerking worden ingediend. Een vroegtijdig verzoek om eenheidswerking zal beschikbaar zijn zodra Duitsland de EOG-overeenkomst ratificeert, wat naar verwachting begin volgend jaar zal gebeuren. Maar wat nog zekerder is, is dat vanaf dat moment om uitstel van toekenning kan worden gevraagd.
De tekst van de beslissing van de voorzitter is beschikbaar op de website van het EOB.
Beslissing van de Voorzitter van het Europees Octrooibureau