In totaal zijn 85 rechters benoemd door het Administratief Comité van het EOG, waaronder 34 juridisch gekwalificeerde rechters en 51 technisch gekwalificeerde rechters. Hiervan zijn de meeste aangewezen als deeltijdrechter. De voltijdse rechters zijn verantwoordelijk voor de verkiezing van de respectieve presidenten van het Hof van Beroep en het Gerecht van eerste aanleg. Deze rechters zijn gisteren in Luxemburg bijeengekomen en hebben uiteindelijk Dr. Klaus Grabinski (DE) gekozen tot president van het Hof van Beroep en mevrouw Florence Butin (FR) tot president van het Gerecht van eerste aanleg.
Dr. Grabinski is sinds 2009 rechter in het Bundesgerichtshof en was voordien voorzittend octrooirechter bij de rechtbank van Düsseldorf. Mevrouw Butin komt van het hof van beroep in Parijs, hoewel zij tot eind 2021 voorzittend rechter was bij een van de drie IE-rechtbanken in Parijs. Het presidium wordt aangevuld met mevrouw Rian Kalden (NL), mevrouw Ingeborg Simonsson (SE), mevrouw Camille Lignieres (FR), de heer Ronny Thomas (DE) en de heer Peter Tochtermann (DE).
Onder de rechters zien we een overwicht van Duitsland met in totaal twaalf Duitse rechters. Frankrijk heeft vijf rechters en Italië en Nederland elk vier. De technische rechters zijn verdeeld over vijf gebieden, namelijk;
De technische rechters zijn voornamelijk prominente octrooigemachtigden uit hun respectieve vakgebieden, met verrassend genoeg slechts één of twee voormalige bestuursleden van het Europees Octrooibureau (EOB). Dit is misschien wel het meest verrassende aspect van de aankondiging, aangezien gehoopt werd dat er in de centrale afdeling meer rechters met ervaring in het EOB-bestuur zouden zitten.
Er is nog veel werk aan de winkel en er zijn nog enkele vacatures in de rechterlijke kamers. Niettemin is dit een 'no return'-punt op de weg naar implementatie. We kijken uit naar het moment waarop de Duitse akte van bekrachtiging eindelijk wordt neergelegd en de sunrise-periode officieel kan beginnen.