Een Nederlandse octrooiaanvrage wordt ingediend bij Octrooicentrum Nederland, een onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in Den Haag. De overheid stelt strenge eisen aan de inhoud van een aanvrage. Een octrooiaanvrage moet de lezer van een octrooi duidelijk maken hoe hij de uitvinding kan toepassen. De tekst van de octrooiaanvrage mag niet vaag en onduidelijk zijn. De octrooigemachtigden van NLO helpen u met het formuleren van de octrooiaanvrage.
Na het indienen van de octrooiaanvrage start de overheid een nieuwheidsonderzoek. Daarbij wordt uw uitvinding vergeleken met soortgelijke vindingen die beschreven staan in oudere octrooien en in vakliteratuur. De onderzoeksresultaten worden verzameld in het onderzoeksrapport. Dat rapport, inclusief een eerste opinie over de octrooieerbaarheid van de uitvinding, ontvangt u ongeveer negen maanden nadat u de aanvrage hebt ingediend. De octrooigemachtigde analyseert dit rapport voor u.
Na ontvangst van het onderzoeksrapport mag de octrooiaanvrage worden aangepast. Hierbij mag de tekst van de aanvrage worden gewijzigd, maar u mag geen nieuwe informatie toevoegen. De Nederlandse overheid bemoeit zich verder niet met de inhoud van de octrooitekst. U hebt, samen met uw octrooigemachtigde, de verantwoordelijkheid om de aanvrage in de juiste vorm te gieten. De Nederlandse procedure eindigt β als aan alle eisen is voldaan β met de octrooiverlening. De octrooiverlening vindt gemiddeld plaats achttien maanden na het indienen van de aanvrage. Een normale Nederlandse aanvraagprocedure leidt tot een octrooi met een maximale levensduur van twintig jaar.