close icon-linkedin icon-twitter icon-facebook icon-mail icon-google-plus icon-search icon-phone icon-instagram
Wat zoekt u?
design
Artikel 2 mrt 2022

Bescherming van productvormgeving: de beoordeling van het eigen karakter in het modellenrecht

Het uiterlijk van productvormgeving is voor veel ondernemingen een belangrijke tool om zich in het economisch speelveld te positioneren. Een modelregistratie kan bij creatieve productvormgeving bescherming bieden tegen bijvoorbeeld namaak of de verhandeling van sterk gelijkende producten (mits de vormgeving niet enkel van technische aard is).

Modelbescherming

Om een EU modelregistratie in rechte te kunnen inroepen tegenover derde partijen:

  • dient de vormgeving ‘nieuw’ te zijn
  • dient de productvormgeving een ‘eigen karakter’ te hebben

In dit artikel zal nader worden ingegaan op de relatief abstracte begrippen ‘nieuwheid’ en ‘eigen karakter’, mede in het licht van een recent arrest van het EU Gerecht, waarin meer specifiek uitleg werd gegeven over de wijze van beoordeling van het eigen karakter.[1]

Nieuwheid en eigen karakter zijn minimale vereisten om voor modelbescherming in aanmerking te komen. Bij het vereiste van nieuwheid gaat het om de vraag of er reeds een identiek model openbaar is gemaakt. Dit lijkt in theorie een relatief eenvoudige check, maar in de praktijk kan dit vereiste een obstakel vormen. Want hoe maakt je een ‘full clearance’ van wat er reeds op de markt is gebracht of elders is gepubliceerd? Overigens geldt in de EU een zogenoemde respijttermijn van één jaar. Dit betekent dat een reeds aan het publiek geopenbaard – of elders gepubliceerd - model binnen één jaar na openbaarmaking alsnog als geldig model kan worden geregistreerd.

[1] Gerecht EU 10 november 2021, IEF 20348 , IEFbe 3322 ; ECLI:EU:T:2021:782 (Eternit tegen EUIPO).

De rol van EUIPO

De EU merkenautoriteit (EUIPO) toetst bij de modelaanvraag niet zelf of het model juridisch gezien nieuw is en een eigen karakter heeft. Deze criteria worden dus niet beoordeeld wanneer een EU model wordt aangevraagd. Het is aan derde partijen om de geldigheid van een modelregistratie onderuit te halen, bijvoorbeeld door een zogenoemde nietigheidsprocedure te starten, gericht tegen de bestaande modelregistratie.

1. Punt van discussie: Eigen karakter van een product

Punt van discussie is vaak of er bij een model sprake is van een zogenoemd eigen karakter. Een model heeft een eigen karakter als de ‘algemene indruk’ die het model bij de geïnformeerde gebruiker wekt, verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door modellen die eerder voor het publiek beschikbaar zijn gesteld. Hierbij wordt gekeken naar de totaalindruk van het model. Verschilt deze voldoende van de totaalindruk dat reeds bestaande modellen wekken, of is sprake van een overeenstemmende ‘déjà-vu-indruk’? In het modellenrecht is niet vereist dat sprake is van gevaar voor verwarring tussen de productvormgeving, wat in het merkenrecht het kerncriterium is.

2. Punt van discussie: Andere algemene indruk

Wanneer is sprake van een ‘andere algemene indruk’? Een factor die hier een belangrijke rol in speelt, is de vraag of de ontwerper van het model veel of weinig ontwerpvrijheid heeft bij het maken van creatieve keuzes. Indien er slechts weinig ruimte is om vrije keuzes te maken (bijvoorbeeld door bepaalde standaarden binnen de industrie), dan kunnen kleine verschillen voldoende zijn om aan het vereiste van het eigen karakter te voldoen. Echter, indien er veel ruimte is voor creatieve keuzes, dan ligt de lat hoger en dienen er meer verschillen te zijn. De ontwerper moet in dat geval meer inspanningen leveren om juridisch gezien af te wijken van reeds bestaande modellen.

3. Punt van discussie: Tendensen binnen de industrie

Nu kan het natuurlijk zo zijn dat er binnen een bepaalde industrie een zekere tendens is ontstaan voor productvormgeving. Consumenten en afnemers verwachten nu eenmaal een bepaalde (standaard) vormgeving, op basis waarvan gemotiveerd kan worden dat zeer geringe afwijkingen voldoende zou moeten zijn om te kunnen spreken van een eigen karakter. Immers, vanuit commercieel oogpunt dient nu eenmaal een bepaalde standaard vormgeving te worden ontwikkeld, aangezien consumenten of afnemers dit verwachten. De vraag is of dit argument juridisch gezien ook opgaat, of dat commerciële overwegingen geen rol spelen bij het bepalen van de ontwerpvrijheid.

Voorbeeld van productbescherming: Arrest inzake modelregistratie voor ‘Panelen voor de bouw'

In een recent arrest van het EU Gerecht stond onder andere de vraag centraal of het bestaan van een bepaalde tendens de vrijheid van de ontwerper in zekere mate beperkt. Indien dat het geval zou zijn, wordt van de ontwerper minder inspanning verwacht en zal eerder sprake zijn van een eigen karakter.

Het arrest in kwestie betrof een modelregistratie voor ‘Panelen voor de bouw’ (zie hieronder de afbeeldingen van het model). Een concurrent van de houder van de betreffende modelregistratie stelde dat geen sprake was van een geldig modelrecht, op basis waarvan een verzoek tot nietigheid werd ingediend.

wand
Model voor 'constructie panels'

De vraag stond centraal of dit model een eigen karakter had ten opzichte van een reeds bestaand model. Zo werd er gewezen op onderstaand model dat was toegepast op een geluidswand.

barrier
Geluidsbarrière

Het verweer van de modelhouder was in het bijzonder dat de mate van vrijheid binnen deze specifieke sector zeer beperkt is en dat zelfs sprake is van een bepaalde tendens binnen de industrie. De aangebrachte (minimale) verschillen ten opzichte van het oudere model zou gezien deze beperkte ontwerpvrijheid voldoende moeten zijn om te kunnen spreken van een eigen karakter. Deze verschillen zouden vooral bestaan uit de vermeende afmetingen, schuinte en verhoudingen van de verschillende elementen van de conflicterende modellen.

Het EU Gerecht is van mening dat de vrijheid van de ontwerper niet wordt beperkt door het bestaan van een eventuele tendens binnen een bepaalde industrie. Op grond van de modelrechtelijke ontwerpvrijheid wordt van de ontwerper verwacht dat – ondanks het bestaan van een eventuele tendens – er voldoende afstand wordt genomen van reeds bestaande modellen. Het is aan de ontwerper om vernieuwend te zijn binnen een bestaande tendens.

Bij het onderzoek naar het eigen karakter van een model is het dus irrelevant of er binnen de industrie een bepaalde algemene tendens inzake vormgeving bestaat. Met andere woorden: het onderzoek beoordeelt of de algemene indruk van het model verschilt van de eerder openbaargemaakte modellen en hun indruk, los van esthetische of commerciële overwegingen

Kenmerkend nieuwsbrief

Dit artikel maakt deel uit van Kenmerkend, de nieuwsbrief van NLO Shieldmark. In deze driemaandelijkse nieuwsbrief leest u interessante artikelen over merken & modellen en het laatste nieuws van NLO Shieldmark. Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan in voor onze nieuwsbrief!

Inschrijven

Kenmerkend